28 juni 2018

Executoriale verkoop van verpande aandelen

Afgelopen vrijdag heeft de Hoge Raad geoordeeld dat in geval van een executoriale verkoop van verpande aandelen niet alleen de statutaire blokkeringsregeling in acht dient te worden genomen (dat staat ook met zoveel woorden in de wet), maar ook de algemene regeling omtrent de executie van pandrechten blijft gelden. De pandhouder werd in feitelijke instanties bijgestaan door onze kantoorgenoot mr. Panc van Kooij.

Algemeen

Een pandrecht is een zekerheidsrecht dat onder andere gevestigd kan worden op aandelen. Een pandhouder heeft het recht van parate executie. Dat betekent dat de pandhouder in geval van verzuim van de pandgever, zonder dat hij daartoe een executoriale titel nodig heeft, de verpande aandelen te gelde kan maken. De executie van verpande goederen, waaronder aandelen, vindt in beginsel plaats door openbare verkoop. Dat levert echter niet in alle gevallen de hoogst mogelijke opbrengst op, en daarom geeft de wet het volgende alternatief.

De voorzieningenrechter van de rechtbank kan op verzoek van de pandhouder of de pandgever bepalen dat het verpande goed zal worden verkocht op een van de openbare verkoop afwijkende wijze.

Bij een pandrecht op aandelen speelt de bijzondere omstandigheid dat in de statuten van de betreffende vennootschap een blokkeringsregeling kan zijn opgenomen die (doorgaans) bepaalt wanneer, hoe en aan wie de aandelen moeten worden aangeboden bij een voorgenomen verkoop. De wet bepaalt dat de pandhouder gehouden is tot naleving van een statutaire blokkeringsregeling bij de verkoop van de aandelen door de pandhouder. Het is de vraag of een pandhouder die executeert met inachtneming van een statutaire blokkeringsregeling, daarnaast nog – op grond van de algemene executieregeling zoals hierboven omschreven – toestemming van de voorzieningenrechter nodig heeft voor een andere wijze van verkoop.

Oordeel Hoge Raad

Conform het standpunt van de pandhouder oordeelt de Hoge Raad dat bij executoriale verkoop van de verpande aandelen door een pandhouder niet alleen de toepasselijke statutaire blokkeringsregeling in acht genomen dient te worden, maar ook de hierboven beschreven algemene regeling. Executie door openbare verkoop van de aandelen zal veelal niet werkbaar zijn. Om die reden zal volgens de Hoge Raad – conform de wettelijke regeling inzake de executie van verpande goederen – toestemming van de voorzieningenrechter moeten worden gevraagd voor een afwijkende wijze van verkoop. Een toewijzende beschikking van de voorzieningenrechter zal niet in strijd mogen komen met de statutaire blokkeringsregeling, behoudens het geval dat de blokkeringsregeling door de rechter buiten toepassing is verklaard.

Het is van belang om ervoor zorg te dragen dat een executoriale verkoop conform de daarvoor geldende vereisten plaatsvindt, vanwege de gevolgen die daaraan zijn verbonden. Een van de gevolgen van executoriale verkoop is namelijk dat lager gerangschikte pandrechten (of andere beperkte rechten zoals beslagen) tenietgaan. Bij een normale verkoop blijven deze rechten in stand, en dat heeft uiteraard een nadelig effect op de prijs van de aandelen. In de onderhavige zaak heeft de pandhouder met toestemming van de voorzieningenrechter kunnen verkopen aan een medeaandeelhouder (de blokkeringsregeling kon worden nageleefd) en is een tweede pandrecht vervallen doordat zulks het gevolg is van een executieverkoop.

Vermeldenswaardig is nog dat het Gerechtshof de pandhouder eerder al in het gelijk had gesteld. Alleen de in eerste instantie oordelende voorzieningenrechter meende dat de pandhouder zonder diens toestemming kon verkopen.

Conclusie

Heeft u vragen over de executie van verpande aandelen (of overige goederen) of over een verwant onderwerp? Neemt u dan vrijblijvend telefonisch (via telefoonnummer 0172-503250) of per e-mail contact op met Panc van Kooij ([email protected]) of Donald Volleberg ([email protected]) van de sectie ondernemingsrecht van La Gro Advocaten.

Auteur
Mr. D.S. (Donald) Volleberg

Advocaat

Bel: 0172-503 250