02 juli 2018

Nieuwe wet reisovereenkomst in werking

Op zondag 1 juli 2018 was het dan zover. De nieuwe wet op de reisovereenkomst is in werking getreden en daarmee is de richtlijn pakketreizen geïmplementeerd in de Nederlandse wet. De maanden voorafgaande aan deze inwerkingtreding is door de Branchevereniging ANVR maar ook door de Stichting Garantiefonds Reisgelden (SGR) bijzonder hard gewerkt om alle regels in overeenstemming te brengen met de nieuwe wet. Dat was zeker geen sinecure omdat er nog veel onduidelijkheden bestaan.

Nieuwe voorwaarden

Zo zijn nieuwe ANVR reizigersvoorwaarden geschreven en overeengekomen met de consumentenbond; zijn voorwaarden ontwikkeld voor de echte zakelijke markt en zijn de agentuurvoorwaarden aangepast. Deze laatste met name in verband met de omstandigheid dat reisagenten veel sneller dan voorheen door consumenten gezien kunnen worden als de verantwoordelijke (reis)organisator. Overigens mogen we niet meer spreken van reisagent en reisorganisator maar moeten we vanaf 1 juli jl. spreken van handelaar, doorverkoper en organisator. Ook is nog tot afgelopen vrijdag 29 juni door de ANVR gewerkt aan de teksten van de boekingsbevestigingen.

Gekoppeld reisarrangement

Onduidelijk was, is en blijft echter hoe het nieuwe fenomeen van het gekoppeld reisarrangement moet worden uitgelegd. Uitgangspunt van de wet (en de richtlijn) is dat voor een handelaar van een gekoppeld reisarrangement er minder vergaande verplichtingen gelden dan wanneer een handelaar organisator is van de aangeboden reis. Als meerdere reisdiensten (bijvoorbeeld vervoer en verblijf) apart worden geselecteerd en apart worden betaald dan vormt dit geen pakketreis maar kan er wel sprake zijn van zo’n gekoppeld reisarrangement. Wanneer de reisdiensten al zijn gekozen voordat de reiziger ermee heeft ingestemd te betalen dan is wel sprake van een pakketreis en geniet de reiziger dus wel de volledige bescherming van de wet. Het verschil tussen beide is niet altijd even duidelijk. De bescherming van de reiziger hangt hier echter wel mee samen.

Het antwoord op deze en vele andere vragen zal moeten komen van de rechter en dan uiteindelijk de rechter in Luxemburg. Dat betreur ik omdat dat partijen in onzekerheid laat en bovendien de wetgever de kosten van hun onduidelijke wetgeving legt bij marktpartijen en consumenten. Immers die moeten juridische kosten maken om de duidelijkheid te verkrijgen die de wetgever hen had behoren te geven.

Voor advocaten en juristen in de reisbranche zijn het echter interessante tijden.

Bel: 0172-503 250