07 april 2020

De betrouwbaarheid van de openbare registers

Het toepassingsbereik van artikel 3:301 lid 2 BW (vonnis treedt in plaats van een leveringsakte). De Hoge Raad legt uit. Terwijl de coronacrisis momenteel onze volledige aandacht heeft en verdient, heeft de Hoge Raad op 27 maart jl. - contrair aan de conclusie van de advocaat-generaal - een arrest gewezen, dat ook in deze tijd onze aandacht verdient.[1] In het arrest wordt het belang van de betrouwbaarheid van de openbare registers benadrukt en wordt ingegaan op het toepassingsbereik van de sanctie van niet-ontvankelijkheid op grond van artikel 3:301 lid 2 BW.

Vonnis treedt in plaats van een leveringsakte

Wanneer u een registergoed, bijvoorbeeld een huis, koopt en de verkoper niet meewerkt aan de levering, dan kunt u op grond van artikel 3:301 lid 1 BW vorderen dat een uitspraak van de rechter in de plaats treedt van de notariële leveringsakte.

Hoger beroep inschrijven

Indien een dergelijke vordering wordt toegewezen en de verkoper tegen het vonnis hoger beroep instelt, dan moet de verkoper (als appellant) op grond van artikel 3:301 lid 2 BW binnen acht dagen na het instellen van het hoger beroep, het hoger beroep inschrijven in de registers als bedoeld in artikel 433 Rechtsvordering. Wanneer de verkoper dit nalaat, is de sanctie niet mild; de verkoper wordt dan niet-ontvankelijk verklaard.

In het arrest van de Hoge Raad was sprake van een vordering op grond van artikel 3:301 lid 1 BW. Aangezien de verkoper geen medewerking wilde verlenen, vorderde de koper van de woning dat de verkoper werd veroordeeld om medewerking te verlenen aan de levering van de woning. De vordering werd toegewezen en de verkoper werd veroordeeld om binnen 14 dagen na betekenis van het vonnis medewerking te verlenen aan de overdracht van de woning. Daarnaast werd bepaald dat, indien de verkoper niet zou meewerken, het vonnis in de plaats zou treden van zijn bij akte van levering vereiste wilsverklaring en handtekening.

Uiteindelijk is de verkoper bij de notaris verschenen en heeft hij zijn medewerking verleend. De akte werd ingeschreven in de openbare registers, waardoor het vonnis niet in de plaats is getreden van de akte en niet in de openbare registers werd ingeschreven.

Ontvankelijkheid verkoper in hoger beroep
Nadat de verkoper zijn medewerking had verleend, stelde hij hoger beroep in tegen het vonnis. Echter, de verkoper had het hoger beroep niet ingeschreven in het register. Het hof Arnhem-Leeuwarden verklaarde verkoper op grond van artikel 3:301 lid 2 BW niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep. De verkoper stelde cassatieberoep in bij de Hoge Raad.

De Hoge Raad besliste anders. De Hoge Raad concludeerde dat de sanctie van artikel 3:301 lid 2 BW in het onderhavige geval niet van toepassing is.


Uitleg: beperkte strekking artikel 3:301 lid 2 BW

Bij de verkrijging van registergoederen is rechtszekerheid vereist. Wanneer er een rechtsmiddel wordt ingesteld tegen een uitspraak, is de uitspraak nog niet onherroepelijk en kan de uitspraak worden vernietigd. Volgens de Hoge Raad biedt artikel 3:301 lid 2 BW slechts bescherming tegen het bijzondere risico dat ontstaat indien een voor vernietiging vatbare uitspraak in plaats van de notariële akte wordt ingeschreven in de openbare registers. Artikel 3:301 lid 2 BW heeft derhalve een beperkte strekking.

Aangezien in het onderhavige geval het vonnis niet in de plaats is getreden van de leveringsakte, concludeerde de Hoge Raad dat de betrouwbaarheid van de openbare registers niet in het geding is geweest. Gelet op de zware sanctie van niet-ontvankelijkheid, is er volgens de Hoge Raad geen grond om het toepassingsbereik van artikel 3:301 lid 2 BW uit te breiden tot gevallen die niet door de wettekst worden bestreken, of waarin de betrouwbaarheid van de openbare registers niet in het geding is.

Conclusie

Kortom, in dit arrest wordt het beperkte toepassingsbereik van artikel 3:301 lid 2 BW toegelicht en komt goed tot uitdrukking hoeveel waarde er wordt gehecht aan de betrouwbaarheid van de openbare registers. De appellant kon om die reden niet niet-ontvankelijk worden verklaard.


[1] Hoge Raad, 27 maart 2020, ECLI:NL:HR:2020:538

Contact
Voor vragen kunt u contact opnemen met een van onze specialisten. Zij staan u graag te woord.

Auteur
Mr. H.J. (Arjen) Doelman

Advocaat & Partner

Bel: 0172-503 250