15 november 2021

Update wetgeving voor zelfstandigen

Op 24 juni 2019 heeft Minister Koolmees de Tweede Kamer geïnformeerd over de stand van zaken in de uitwerking van maatregelen voor zelfstandigen. Hierin worden drie concrete maatregelen gepresenteerd. Wij geven u een update.

Maatregel 1: een minimumtarief van € 16,00 per uur

Ter bescherming van de onderkant van de arbeidsmarkt gaat voor zelfstandigen een minimum uurtarief van € 16,00 gelden. Volgens de regering wordt met dit tarief gewaarborgd dat zelfstandigen in hun noodzakelijke levensbehoeften kunnen voorzien.

Hoe werkt dit in de praktijk?

De opdrachtnemer maakt voorafgaand aan de opdracht een inschatting van de directe kosten en uren. Op basis hiervan gaat de opdrachtgever na of er voldaan zal worden aan het minimumtarief.

Het minimumtarief gaat voor zowel zakelijke als particuliere opdrachtgevers gelden. Wel komt er tussen de verschillende opdrachtgevers een verschil in verantwoordelijkheid. Voor de zakelijke opdrachtgever geldt:

  • Als achteraf blijkt dat het minimumtarief niet is gehaald (bijvoorbeeld omdat meer uren zijn besteed dan ingeschat) zal de opdrachtgever moeten bijbetalen zodat alsnog aan het minimumtarief wordt voldaan;
  • De opdrachtgever moet vergewissen dat de vooraf door de opdrachtnemer gemaakte inschatting kosten en uren aannemelijk is.

Particuliere opdrachtgevers hebben bovenstaande verplichtingen niet.

Meer zekerheid?

Het betalen van het minimumtarief betekent niet dat ook juridisch gezien zekerheid bestaat dat sprake is van een overeenkomst van opdracht. Indien wordt geoordeeld dat toch een arbeidsovereenkomst tussen partijen bestaat, zijn dus alsnog loonheffingen en werknemersverzekeringen verschuldigd.

Maatregel 2: een zelfstandigenverklaring

Aan de bovenkant van de arbeidsmarkt wordt een zelfstandigenverklaring geïntroduceerd. Met deze zelfstandigenverklaring wordt de opdrachtgever vooraf gevrijwaard voor de loonheffingen en werknemersverzekeringen, alsmede voor een deel van het arbeidsrecht, pensioenen en cao’s.

Dat betekent dus dat de opdrachtgever – ook indien achteraf wordt geoordeeld dat sprake is van een arbeidsovereenkomst en geen overeenkomst van opdracht – geen loonheffingen en werknemersverzekeringen hoeft af te dragen. Ook kan de werkende geen aanspraak maken op arbeidsrechtelijke bescherming, zoals loondoorbetaling bij ziekte. Dit lijkt op de eerder afgeschafte VAR.

Hiermee wordt gepoogd meer ruimte te creëren voor ondernemerschap aan de bovenkant van de arbeidsmarkt.

Voor een zelfstandigenverklaring gelden de volgende voorwaarden:

  • In de overeenkomst van opdracht moet opgenomen zijn dat partijen de bedoeling hebben geen arbeidsovereenkomst te sluiten;
  • De arbeidsbeloning bedraagt minimaal € 75,00 per uur (prijspeil 2019);
  • De overeenkomst wordt aangegaan voor maximaal een jaar (elkaar opvolgende overeenkomsten worden samengeteld);
  • De opdrachtgever en de opdrachtnemer ondertekenen beiden de zelfstandigenverklaring;
  • De opdrachtnemer dient bij de Kamer van Koophandel ingeschreven te staan.

De bewijslast dat aan alle bovenstaande voorwaarden is voldaan, ligt bij de opdrachtgever. Indien achteraf blijkt dat toch niet aan de voorwaarden is voldaan, kunnen alsnog correctieverplichtingen, naheffingsaanslagen en boetes opgelegd worden door de Belastingdienst.

Maatregel 3: opdrachtgeversverklaring en webmodule

Op dit moment wordt een webmodule ontwikkeld met een aantal vragen op basis waarvan wordt bekeken of wordt gewerkt buiten dienstbetrekking. Indien wordt geconcludeerd dat buiten dienstbetrekking wordt gewerkt, wordt een opdrachtgeversverklaring afgegeven. Op deze manier kan eenvoudig vooraf duidelijkheid worden verkregen over de wijze van samenwerking.

Zolang de webmodule naar waarheid is ingevuld en in de praktijk op die manier wordt gewerkt, is de opdrachtgeversverklaring geldig. Hiermee hebben de opdrachtgever en opdrachtnemer zekerheid dat geen loonheffingen en werknemersverzekeringen hoeven te worden afgedragen.

Overige maatregelen

De drie hiervoor genoemde maatregelen vormen een deel van een bredere aanpak van het arbeidsmarktbeleid. Zo informeerden wij u al eerder over de Wet arbeidsmarkt in balans (waarover link blog WAB) en is er inmiddels ook een principeakkoord voor een nieuw pensioenstelsel gepresenteerd. Dit zullen wij in een apart blog toelichten.

Wanneer treden deze maatregelen in werking?

De wetgeving wordt in het derde kwartaal van 2019 voor internetconsultatie uitgezet. Dan kan inhoudelijk op de voorgestelde maatregelen worden gereageerd. De inwerkingtreding is vooralsnog voorzien in 2021.

Hoe zit het met de handhaving?

Het handhavingsmoratorium wordt verlengd tot 1 januari 2021. Dat houdt in dat tot die datum alleen bij kwaadwillendheid kan worden gehandhaafd.

Vanaf 1 januari 2020 wordt de handhaving wel aangescherpt: de Belastingdienst kan ook handhaven wanneer opdrachtgevers aanwijzingen van de Belastingdienst niet binnen een redelijke termijn opvolgen. Dit kunnen aanwijzingen zijn aan opdrachtgevers om in lijn met de huidige wetgeving te laten handelen.

Tot slot

Wilt u weten hoe u als opdrachtgever of opdrachtnemer het beste kunt anticiperen op de komende maatregelen? Aarzelt u dan niet om contact op te nemen met één van onze arbeidsrechtspecialisten.

18 april 2024

Het onderzoek naar grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer

We bespreken in deze aflevering twee uitspraken waarin het onderzoek naar grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer gebrekkig was verricht. In de ene uitspraak leidde dat ertoe dat de werkgever een flinke billijke vergoeding moest betalen; in de andere uitspraak werd de billijke vergoeding echter afgewezen. Wanneer doe je het als werkgever goed? Is het inzetten van een extern onderzoek altijd de juiste stap?
Bel: 0172-503 250