22 januari 2019

Modernisering personenvennootschappen

Het huidige personenvennootschapsrecht dateert uit 1838 en is sterk verouderd. Om die reden is een werkgroep uit de praktijk opgericht onder voorzitterschap van prof. mr. Van Olffen met als doel het personenvennootschapsrecht te moderniseren. De werkgroep wil met het conceptwetsvoorstel voorzien in een nieuwe regeling voor de maatschap, de vennootschap onder firma en de commanditaire vennootschap in het burgerlijk wetboek, waarbij knelpunten in het huidige recht worden verholpen. Op 26 september 2016 heeft de werkgroep een rapport overhandigd aan de minister van Veiligheid en Justitie. De verwachting is dat begin dit jaar een conceptwetsvoorstel voor personenvennootschappen in consultatie wordt gebracht.

Toekenning rechtspersoonlijkheid

De personenvennootschap is naar huidig recht geen rechtspersoon. Dit is een knelpunt van het huidige recht. De werkgroep stelt voor om rechtspersoonlijkheid toe te kennen aan personenvennootschappen, met uitzondering van de stille maatschap. De openbare maatschap, de vennootschap onder firma en de commanditaire vennootschap krijgen dus wel rechtspersoonlijkheid. De toekenning van rechtspersoonlijkheid dient primair het faciliteren van het toe- en uittreden van vennoten. De toekenning van rechtspersoonlijkheid laat onverlet dat de personenvennootschap primair een overeenkomst is tussen de vennoten.

Toetredende vennoot

Naar huidig recht is voor het toetreden van een nieuwe vennoot in beginsel toestemming nodig van alle vennoten. Een toetredend vennoot is verbonden voor verbintenissen die dateren van vóór zijn toetreden. Dit ontmoedigt het toetreden tot een bestaande vennootschap, gezien de daaraan verbonden risico's. Om deze risico’s te vermijden zou de vennootschap ontbonden moeten worden om vervolgens met de beoogde persoon een nieuwe vennootschap aan te gaan. Toekenning van rechtspersoonlijkheid lost dit knelpunt op.

In het voorstel is een toetredende vennoot alleen verbonden voor verplichtingen van de vennootschap als de verplichting opeisbaar wordt na zijn toetreden. Het nieuwe aansprakelijkheidsregime zorgt voor een lagere drempel om als vennoot toe te treden tot de personenvennootschap.

Uittredende vennoot

Voor de uittredende vennoot is naar huidig recht nog geen specifieke regeling voor aansprakelijkheid. Een uittredende vennoot blijft aansprakelijk voor verplichtingen uit de op het tijdstip van zijn uittreden bestaande verbintenissen. De normale verjaringstermijnen zijn van toepassing. Gevolg hiervan is dat het voor een uitgetreden vennoot en zijn rechtsverkrijgers onder algemene titel (in de praktijk meestal erfgenamen) lange tijd onzeker kan zijn of er nog verplichtingen opkomen. Een onderlinge afrekening en vrijwaring bij het uittreden van een vennoot heeft slechts interne werking.

Het voorstel plaatst een tijdslimiet op de aansprakelijkheidstelling van een uitgetreden vennoot. De rechtsvordering tegen een uitgetreden vennoot verjaart door verloop van vijf jaren na aanvang van de dag na inschrijving van het uittreden in het Handelsregister.

Tot slot

Ik benadruk dat de nieuwe regeling een conceptwetsvoorstel is en dat de verwachting is dat het begin dit jaar in consultatie zal worden gebracht. Tot op heden geldt het huidige personenvennootschapsrecht.

Heeft u een vraag over personenvennootschappen of andere vragen die betrekking hebben op ondernemingsrecht? Neem dan contact op met onze ondernemingsrechtspecialisten.