Algemeen werktijdverkorting: waar en hoe aan te vragen
Werkgevers die
getroffen worden door een bijzondere situatie als gevolg waarvan in een periode
van minimaal 2 tot maximaal 24 weken minstens 20% van de aan de werkgever ter
beschikking arbeidscapaciteit niet kan of naar verwachting niet zal kunnen
worden benut, kunnen werktijdverkorting aanvragen. Als de vermindering van de
bedrijvigheid naar verwachting langer zal duren dan 24 weken, zal geen
ontheffing worden verleend.
Een aanvraag dient
te worden gedaan bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid:
https://www.uitvoeringarbeidsvoorwaardenwetgeving.nl/mozard/!suite09.scherm1089?mWfrs=21634&mNch=hb9zm595k9
Daarbij dient ook
een lijst van de werknemers te worden gevoegd voor wie de werktijdverkorting
wordt aangevraagd.
Na de
vergunningverlening – die terugwerkt tot het moment waarop de aanvraag daartoe
is ingediend – dient het UWV door de werkgever te worden geïnformeerd:
https://www.uwv.nl/werkgevers/formulieren/melden-w...
Na de periode
waarvoor de vergunning is verleend – 6 weken – dient de werkgever bij het UWV
de WW-uitkering aan te vragen.
Administratie werktijdverkorting bijhouden?
De werkgever dient een
deugdelijke administratie (op dag-basis en op werknemersniveau) bij te houden
waarin de gewerkte en niet-gewerkte uren ten gevolge de buitengewone
omstandigheid zijn geregistreerd aan de hand waarvan door het UWV kan worden
gecontroleerd of de werkgever correct gebruik heeft gemaakt van de regeling. Bovendien
kan een dergelijke administratie van belang zijn indien een geschil met de
werknemer ontstaat over de vraag welke uren wel en niet zijn gewerkt.
De achteraf te
verkrijgen WW-uitkering over de conform de voor de vergunning opgegeven en ook
daadwerkelijk niet gewerkte uren komt de werkgever toe; dit bedrag dient
werkgever natuurlijk wel aan de werknemer door te leiden.
Als de werkgever de
regeling onjuist toepast, kan het UWV strenge sancties (w.o. verval van de hele
regeling) opleggen.
Werktijdverkorting: verlenging mogelijk?
De
werktijdverkortingsvergunning kan in beginsel driemaal worden verlengd (dus in
totaal 4 x 6 weken); de verlenging dient steeds door de werkgever te worden
aangevraagd.
Ook
werktijdverkorting mogelijk indien te verwachten is dat de corona crisis langer
dan 6 maanden duurt?
Het uitgangspunt is
dat indien het beroep op werktijdverkorting voor een individuele werkgever
eigenlijk langer gaat voortduren dan 6 maanden, geen werktijdverkorting kan
worden verkregen. De werkgever wordt alsdan geacht definitieve maatregelen
(lees: reorganisatie of vermindering arbeidsovereenkomsten bepaalde tijd) te
nemen om de omvang van de beschikbare werkuren te verminderen.
Indien u nog niet weet
of in uw geval de termijn van 6 maanden zal worden overschreden is van belang
in de aanvraag te vermelden dat de verwachting is dat de termijn van 6 maanden
niet zal worden overschreden.
Werktijdverkorting bij ziekte van werknemer?
Werktijdverkorting
kan alleen worden aangevraagd voor een werknemer waar werkgever een
loondoorbetalingsverplichting heeft. Dat betekent dat ook voor zieke werknemers
werktijdverkorting kan worden aangevraagd en verkregen maar bij de vraag of een
ww-uitkering kan worden verkregen steeds zal worden nagegaan of de uren in de
vergunningsperiode niet zijn gewerkt vanwege ziekte – dan immers geen
ww-uitkering – of vanwege de werktijdverkorting; dan immers wel ww-uitkering
over de niet gewerkte uren. Bij volledige arbeidsongeschiktheid heeft het dus
eigenlijk geen zin om voor betreffende werknemer werktijdverkorting aan te
vragen.
Hoe om te gaan met re-integratie en werktijdverkorting?
Als dat vanwege de
werktijdverkorting niet geheel mogelijk is, wordt het deel dat wel mogelijk is
uitgevoerd.
Werktijdverkorting voor oproepkrachten?
Voor oproepkrachten
met een nul-urencontract en uitzendkrachten kan geen werktijdverkorting worden
verkregen.
Werktijdverkorting voor AOW-ers?
Het is mogelijk om
werktijdverkorting aan te vragen voor werknemers met een AOW-uitkering (voor
zover geen oproepkracht). Voor de goede orde zij wel opgemerkt dat voor AOW-ers
geen ww-uitkering kan worden verkregen.
Moet ik vacature-stop afkondigen als gebruik wordt gemaakt van werktijdverkorting?
Nee, daartoe
bestaat geen wettelijke plicht. Het zal echter wel lastig uit te leggen zijn
dat nieuwe werknemers worden aangenomen, terwijl voor bestaande werknemers
werktijdverkorting geldt.
Moet de werkgever het loon over de uren dat werktijdverkorting is verleend en niet wordt gewerkt doorbetalen?
Nee, dat moet niet,
tenzij dat in de cao of arbeidsovereenkomst is bepaald (is vrijwel nooit het
geval).
Indien werkgever de
werktijdverkorting verder doorvoert dan volgens de verstrekte vergunning mag
moet over die extra uren (en natuurlijk over alle gewerkte uren) het
loon wel worden doorbetaald.
Of het verstandig
is om het loon van werknemers (al dan niet bij voorschot) aan te vullen zal van
geval tot geval verschillen en mede afhangen van de liquiditeitspositie van de
werkgever maar ook van de inschatting van de kansen van de werknemer op de
arbeidsmarkt (vertrekt de werknemer snel als niet het volledige loon wordt
doorbetaald?).
Mogelijk vloeit uit
het goed werkgeverschap voort dat de werkgever aan de werknemer een voorschot
betaalt gelijk aan de te verwachten ww-uitkering die over de uren werktijdverkorting
door het UWV zal worden betaald. Alsdan is het netto-effect voor de werknemer
relatief overzichtelijk.
Als er minder wordt gewerkt zonder werktijdverkorting: plicht tot volledige salarisbetaling?
In beginsel: ja.
In de wet is
bepaald dat als niet wordt gewerkt het loon moet worden doorbetaald, tenzij
sprake is van een omstandigheid die in redelijkheid voor risico van werknemer
komt.
Dat maakt dat
indien de werkgever de werknemer niet of minder toelaat tot het werk, het loon
volledig dient te worden doorbetaald. Indien werknemer minder komt werken, zou
– onder omstandigheden – sprake kunnen zijn van een situatie die voor rekening
van de werknemer komt.
Vakantie-opnemen en -opbouw bij werktijdverkorting?
Werktijdverkorting
heeft geen effect op de opbouw van de vakantie-uren. De omvang van de
arbeidsovereenkomst verandert immers niet. Ook bij het opnemen van vakantie
dient de werknemer in beginsel vakantie op te nemen over de reguliere
contracturen.
Natuurlijk kan de
werkgever toestaan dat werknemers delen van dagen/uren vakantie opnemen.
Heeft werktijdverkorting effect op de werkgeversverklaring?
Strikt genomen
niet. De aard van het contract en de contracturen veranderen immers niet. Wel
zou – met het verloop van de tijd – er bij de werkgever meer terughoudendheid
kunnen ontstaan om contracten voor bepaalde tijd voort te zetten of om
anderszins tot ontslagen te komen. Dat heeft dan natuurlijk wel effect op de
werkgeversverklaring.
Kan ik minder pensioenpremie betalen voor de werknemers voor wie ik werktijdverkorting heb aangevraagd?
Ja, u dient pensioenpremie te betalen over het daadwerkelijk uitbetaalde loon. Als dit als gevolg van de werktijdverkorting lager is dan het gebruikelijke loon van de werknemer, betekent dat dat ook de pensioenpremie kan worden verlaagd. Over het loon over de niet-gewerkte uren hoeft dus geen pensioenpremie te worden afgedragen. Deze verlaging kunt u bij het pensioenfonds doorgeven.
Dit is overigens geen verplichting: u kunt er ook voor kiezen om de pensioenopbouw ongewijzigd voort te zetten.
Heeft werktijdverkorting effect op de pensioenopbouw van mijn medewerkers?
Ja, indien er
minder premie wordt afgedragen, wordt er ook minder pensioen opgebouwd. Indien
de werkgever ondanks de werktijdverkorting het volledige loon doorbetaalt (en
dat deels gecompenseerd krijgt door de van het UWV te ontvangen ww-uitkering)
is er geen pensioeneffect.
Kan ik de aanvraag nog wijzigen als ik nog geen beslissing op de WTV aanvraag heb ontvangen?
Het kan zijn dat de ontwikkelingen binnen uw bedrijf zo snel gaan dat vóórdat de vergunning is verleend u eigenlijk voor een hoger percentage werktijdverkorting de vergunning zou willen aanvragen.
Ons is vanuit het ministerie mondeling voorgehouden dat indien u een aanvraag hebt gedaan, maar deze – nog voordat daarop is beslist – wilt aanpassen of uitbreiden, u contact opnemen met de dossierbehandelaar bij het ministerie. In overleg met de behandelaar kan de aanvraag worden aangepast. De gegevens van dossierbehandelaar vindt u in de ontvangstbevestiging van de aanvraag.
Daarnaast – indien u zou ervaren dat de dossierbehandelaar niet aan de aanpassing zou willen meewerken - adviseren u een bericht te sturen naar het ministerie SZW (de behandelaar) met een tweede verzoek om werktijdverkorting. In dat bericht kunt u uitleggen waarom een aanvullend verzoek wordt gedaan en kunt u het ministerie vragen dat aanvullende verzoek bovenop het eerste verzoek te honoreren met uitdrukkelijk de opmerking dat als dat niet kan het aanvullende verzoek dan in de plaats dient te worden gesteld van het oorspronkelijke verzoek.
Nadeel van dat ‘inruilen’ van het oorspronkelijke verzoek is natuurlijk dat de dagen voorafgaand aan het tweede verzoek niet onder de werktijdverkortingsperiode zal vallen.
Is het mogelijk om een aanvullende of extra verzoek om werktijdverkorting te vragen als er een eerste verzoek is gehonoreerd?
Nee, dat kan tijdens een vergunningsperiode (nog) niet. Wel kan de werkgever bij de verlenging – na 6 weken - extra werktijdverkorting aanvragen.
Indien de ontwikkelingen binnen uw bedrijf zo snel gaan dat vóórdat de vergunning is verleend u eigenlijk voor een hoger percentage de vergunning zou willen aanvragen, adviseren u een brief te sturen naar het ministerie SZW met een tweede verzoek om werktijdverkorting. In die brief kunt u uitleggen waarom een aanvullend verzoek wordt gedaan en kunt u het ministerie vragen dat aanvullende verzoek bovenop het eerste verzoek te honoreren uitdrukkelijk met de opmerking dat als dat niet kan het aanvullende verzoek dan in de plaats te stellen van het oorspronkelijke verzoek.
Nadeel van het ‘inruilen’ van het oorspronkelijke verzoek is natuurlijk dat de dagen voorafgaand aan het tweede verzoek niet onder de werktijdverkortingsperiode zal vallen.
Geldt ook het maximum dagloon bij de uitkering bij werktijdverkorting?
Ja, net als bij de reguliere WW-uitkering geldt dat rekening wordt
gehouden met het maximum dagloon. Per 1 januari 2020 bedraagt het maximum
dagloon € 219,28 bruto en het maximummaandloon € 4.769,34 bruto. Indien het
dag- of maandloon hoger is, wordt de uitkering toch over voornoemde bedragen
berekend.
Is er een beperking ten aanzien van de omvang van de werktijdverkorting?
Nee, er gelden geen beperkingen ten aanzien van de omvang. Dat betekent
dat in theorie voor 100% van de werknemers en voor 100% van de contracturen van
de werknemers werktijdverkorting kan worden aangevraagd.