28 april 2020

De verjaringstermijn bij een aanvraag om tegemoetkoming in planschade

Wijzigingen van bestemmingsplannen en andere planologische besluiten kunnen nadelige gevolgen hebben voor burgers en bedrijven. Onder bepaalde voorwaarden kan degene die nadelige gevolgen (vermogensschade of inkomensderving) ondervindt van een planologisch besluit een aanvraag om tegemoetkoming in planschade indienen. In de Wet ruimtelijke ordening (Wro) is daarvoor een regeling opgenomen. Eén van de voorwaarden is dat een aanvraag om tegemoetkoming in planschade tijdig wordt ingediend. Maar wanneer is daarvan sprake? In dit blog wordt nader ingegaan op de termijn die geldt voor deze planschaderegeling.

De verjaringstermijn

Er zijn verschillende oorzaken van planschade die een grondslag voor een aanvraag om tegemoetkoming bieden. Voorbeelden van oorzaken zijn de wijziging van een rechtstreeks werkende bepaling van een bestemmingsplan, beheersverordening of van een provinciaal of rijksinpassingsplan. In artikel 6.1 lid 4 van de Wro is bepaald dat een aanvraag om tegemoetkoming in planschade moet worden ingediend binnen vijf jaar na het moment waarop die oorzaak onherroepelijk is geworden.

Het blijkt niet altijd even duidelijk te zijn op welke dag de termijn aanvangt. Op 18 maart 2020 heeft de Afdeling een uitspraak gedaan over de uitleg van de verjaringstermijn van artikel 6.1 lid 4 van de Wro. In die zaak waren partijen verdeeld over het antwoord op de vraag op welke dag die termijn in dit geval is aangevangen.

Wat ging eraan vooraf?

Eerder, op 13 maart 2013 heeft de Afdeling uitspraak gedaan in de procedure over het bestemmingsplan dat de basis vormt voor het planschadeverzoek. Dat betekent dat dit nieuwe bestemmingsplan op de dag van de uitspraak van de Afdeling onherroepelijk is geworden. Naar aanleiding van die uitspraak heeft een aantal woningeigenaren op 13 maart 2018 het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zundert verzocht om een tegemoetkoming in de schade die zij hebben geleden door de inwerkingtreding van het nieuwe bestemmingsplan.

Op welke dag vangt de termijn aan?

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zundert is van mening dat de termijn voor het indienen van de aanvraag is aangevangen op de dag van de uitspraak van de Afdeling. Dat zou volgens het college betekenen dat 12 maart 2018 de laatste dag van de termijn was.

De rechtbank was het eens met het college van B&W. Volgens de rechtbank kan artikel 6.1 lid 4 van de Wro namelijk niet anders worden gelezen dan dat het daarin bedoelde moment de aanvang van de verjaringstermijn markeert. Dat betekent volgens de rechtbank dat de dag waarop de gestelde oorzaak van de schade onherroepelijk is geworden, óók de eerste dag van de verjaringstermijn is. Volgens de rechtbank zou de tekst van het voorschrift - in het geval de wetgever iets anders bedoeld zou hebben – dan anders hebben geluid. Bijvoorbeeld dat de aanvraag moet worden ingediend binnen vijf jaar ná de dag waarop de oorzaak onherroepelijk is geworden. De Afdeling denkt daar anders over.

Overwegingen van de Afdeling

De Afdeling overweegt dat uit de tekst van artikel 6.1 lid 4 van de Wro niet zonder meer volgt dat de dag waarop het nieuwe bestemmingsplan onherroepelijk is geworden (i.c. 13 maart 2013), de eerste dag is waarop de verjaringstermijn aanvangt. In dat kader wijst de Afdeling op de geschiedenis van de totstandkoming van het artikel. Daaruit blijkt volgens de Afdeling dat de termijn gebaseerd is op artikel 3:310 van het Burgerlijk Wetboek. Daaruit volgt dat de vijfjarige verjaringstermijn niet eerder aanvang kan nemen dan op de dag ná die waarop de schadevordering opeisbaar is geworden. Uit de totstandkomingsgeschiedenis van artikel 6.1 lid 4 van de Wro valt niet af te leiden dat de wetgever bij planschade een ander uitgangspunt heeft willen afdoen. Dat betekent volgens de Afdeling dat de termijn voor het indienen van de aanvraag om tegemoetkoming in schade als gevolg van het nieuwe bestemmingsplan is aangevangen op 14 maart 2013. In dit geval zijn de aanvragen om tegemoetkoming tijdig - namelijk op de laatste dag van de termijn (13 maart 2018) - ingediend.

Kortom, de dag ná het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan is volgens de Afdeling de eerste dag van de vijfjaarstermijn.

Meer informatie

Heeft u vragen over de verjaringstermijn of de planschaderegeling? Neem dan contact op met Hans Turenhout of een van onze andere specialisten van Team Overheid. Zij staan u graag te woord.

Auteur: Lizzy Augustinus

Auteur
Mr. J.J. (Hans) Turenhout

Advocaat & Partner

Bel Hans Turenhout