05 juli 2018

Ontslag statutair bestuurder = beëindiging managementovereenkomst?

Een bestuurder van een rechtspersoon (bijvoorbeeld een B.V.) heeft doorgaans twee juridische relaties met de rechtspersoon. De bestuurder heeft een zogenaamde vennootschapsrechtelijke relatie die aan de hoedanigheid van bestuurder diverse bevoegdheden toekent. Daarnaast is er een contractuele relatie op basis waarvan de bestuurder (onder meer) een vergoeding voor zijn werkzaamheden ontvangt. Deze contractuele relatie wordt in de praktijk vormgegeven door een arbeidsovereenkomst of een overeenkomst van opdracht (managementovereenkomst).

Effect ontslag bestuurder op contractuele relatie

Een bestuurder wordt doorgaans benoemd door de algemene vergadering van aandeelhouders (AVA). De AVA is eveneens bevoegd de bestuurder te ontslaan. Daarbij dient aan diverse formele vereisten te worden voldaan, zoals het in staat stellen van de bestuurder om zijn advies te geven over het voorgenomen besluit tot ontslag. Indien de algemene vergadering van aandeelhouders een ontslagbesluit neemt, heeft dit tot gevolg dat de vennootschapsrechtelijke relatie (direct) eindigt. Dit houdt in dat de bestuurder zijn bevoegdheden niet meer kan uitoefenen en feitelijk geen activiteiten meer kan verrichten. De vraag is wat het effect is van het ontslag op de contractuele relatie.

Duidelijke richtlijn Hoge Raad

De Hoge Raad heeft in 2005 een duidelijke richtlijn gegeven voor de situatie dat een bestuurder een arbeidsovereenkomst heeft met de vennootschap. Indien er een geldig besluit is van de AVA waarbij de bestuurder ontslag is verleend, maakt dit ontslagbesluit ook een einde aan de arbeidsrechtelijke verhouding, tenzij een wettelijk opzegverbod geldt of partijen andere afspraken hebben gemaakt. Daarbij geldt voorts dat de arbeidsrechtelijke regels met betrekking tot opzegging (bijvoorbeeld opzegtermijn) in acht moeten worden genomen. Het een en ander betekent overigens niet dat de vennootschap in verband met de beëindiging geen (schade)vergoeding verschuldigd is aan een bestuurder. De rechtspraak na invoering van de WWZ laat zien dat een onzorgvuldig gegeven ontslag grond kan geven voor een billijke vergoeding.

Wisselend oordeel

In de rechtspraak wordt wisselend geoordeeld over de vraag of beëindiging van de vennootschapsrechtelijke relatie tevens tot gevolg heeft dat de overeenkomst van opdracht (managementovereenkomst) wordt beëindigd. In een uitspraak van de rechtbank Limburg heeft de rechter geoordeeld dat de benadering van de Hoge Raad ten aanzien van de verwevenheid van de vennootschaps- en arbeidsrechtelijke betrekking ook van toepassing zou moeten zijn bij een overeenkomst van opdracht. De rechtbank oordeelt dat bij de samenloop van het vennootschapsrecht en het arbeidsrecht het primaat ligt bij het vennootschapsrecht, in die zin dat een bestuurder onmiddellijk kan worden ontslagen. Het overeenkomstenrecht ten aanzien van de overeenkomst van opdracht biedt in de praktijk minder bescherming dan het arbeidsovereenkomstenrecht onder meer met betrekking tot beëindiging. Mede om die reden oordeelt de rechtbank dat de managementovereenkomst eveneens eindigt.

Tegenover de uitspraak van de rechtbank Limburg staat onder meer een uitspraak van het Hof Amsterdam van 12 november 2013 (JAR 2014/66), waarin is geoordeeld dat het oordeel van de Hoge Raad enkel geldt voor de arbeidsovereenkomst en de vennootschapsrechtelijke band.

Regels in acht blijven nemen

Ik ben van mening dat beëindiging de vennootschapsrechtelijke relatie ook tot beëindiging van de managementovereenkomst zou moeten leiden. De belangrijkste reden hiervoor is dat na beëindiging van de vennootschapsrechtelijke relatie de managementovereenkomst grotendeels een lege huls wordt. Overigens geldt bij beëindiging van de managementovereenkomst (ook) dat de regels ten aanzien van opzegging in acht moeten worden genomen. Dit kan onder omstandigheden met zich meebrengen dat een redelijke opzegtermijn in acht moet worden genomen. Indien dat niet gebeurt, kan een schadevergoeding verschuldigd zijn.

Om onzekerheid te voorkomen, is het raadzaam om gelijktijdig met het ontslagbesluit te bewerkstelligen dat de rechtspersoon de managementovereenkomst opzegt.

Contact

Indien u naar aanleiding van het bovenstaande vragen heeft, kunt u contact opnemen met mr. drs. G. Barendregt (0182 – 518433 of [email protected])

Auteur
Mr. drs. G. (Gerben) Barendregt

Advocaat & Partner

18 april 2024

Het onderzoek naar grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer

We bespreken in deze aflevering twee uitspraken waarin het onderzoek naar grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer gebrekkig was verricht. In de ene uitspraak leidde dat ertoe dat de werkgever een flinke billijke vergoeding moest betalen; in de andere uitspraak werd de billijke vergoeding echter afgewezen. Wanneer doe je het als werkgever goed? Is het inzetten van een extern onderzoek altijd de juiste stap?
Bel Gerben Barendregt